KWARTAALJOURNAAL WINTER 2014/2015

Door op de blauwe titels te klikken komen de bijbehorende integrale teksten in beeld.

In dit nummer een tweetal artikelen over de twee hoofdthema’s van deze site: respectievelijk over de EURandstad [hoofdartikel] en (drie)dubbelkrimp [Berichten van het hydrografisch-urbane front]. In het redactioneel wordt een tipje van de sluier over het programma van komend jaar opgelicht.

Redactioneel> Van structuur naar proces

Deze website heeft zich sinds zijn oprichting in eerste aanzet vooral de opgave gesteld zich te richten op de structurele patronen die zich op de langere termijn kunnen voordoen. Dat geldt allereerst voor de drie verschillende vormen van krimp en stagnatie in eigen land : krimp van de bevolkingsomvang , van het land en na de crisis van 2008 ook van de economie. Later kwam daar het thema van de Europese ontwikkeling bij: van het Europa van de natiestaten naar het Europa van de stedelijke netwerken. Steeds ging het allereerst om herkenning van patronen die vanuit vigerende interpretatiekaders onopgemerkt bleven. Vanuit die herkenning werd steeds de vraag gesteld of en hoe nu al voorgesorteerd kon en moest worden op ontwikkelingen die zich op langere termijn ten volle zouden ontvouwen. Om daar een adequaat antwoord op te kunnen is het nodig om zich behalve in de structuur van de patronen ook te verdiepen in de processen waarin deze veranderende patronen zich kunnen voltrekken. Naast de focus op de structuur verdient nu het proces vooral nadere aandacht. Het is een kentering dat op deze site al langer gaande is [zie de diverse concrete (regionale) onderzoeken onder de knop Archief] maar nu ook de komende tijd ook in algemeen methodische zin als benaderingswijze vorm zal gaan krijgen. Daarbij gaan we ons met name toespitsen op de volgende vier thema’s met - waar mogelijk- bijbehorende projecten:
>De Nieuwste Kaart van Nederland
>In de uitverkoop? Over de onzekere toekomst van de transformatie van het Nederlandse [midden]bestuur
>EURandstad en Europees middenbestuur
>Noordzee - de ruimtelijke dynamiek van een wereldzee

Hoofdartikel> Hoe robuust is eigenlijk die ‘EURandstad’?

De op deze site aan Europa gewijde artikelen zijn variaties op het thema EURandstad, de kring van interstedelijke netwerken die samen de stedelijke ruggengraat van het continent zouden vormen. Zijn deze van doorslaggevende betekenis voor de verdere geo-economische en -sociale ontwikkeling van het Europa en hoe dan? En kan een en ander op termijn consequenties voor de verdere bestuurlijke structuur van de EU van het Europa van de natiestraten naar het Europa van de stedelijke netwerken?
‘Europa’ is sinds de Val de Muur in een stroomversnelling gekomen. Allereerst is daar het herstel van de interstedelijke netwerken in Midden- en Oost-Europa waaraan wij in ons vorig kwartaaljournaal uitgebreid aandacht besteedden. Daarnaast is er binnen Duitsland sprake van een al eerder ingezette sterke economische opkomst van de zuidelijke Länder. Of en hoe hun ontwikkeling verband houdt met die van het stedelijk landschap van Noord Italië wordt in het volgende kwartaaljournaal behandeld. Een derde cluster van interstedelijke netwerken binnen de kring van de EURandstad vinden we in het noordwesten en bestaat uit de driehoek van Ruhrgebied, Randstad Holland en Vlaamse Ruit, de EU-institutionele vierhoek Brussel-Luxemburg-Frankfurt-Straatsburg, le Grand Paris en Greater London.
Deze derde noordwestelijke cluster is lange tijd beeldbepalend geweest voor ‘Europa’ en de EU en is dat eigenlijk nog steeds. De vraag is echter of en hoe lang dat nog zal blijven. Die dominante positie dankt de NW-cluster aan de periode van de Koude Oorlog toen de as Bonn-Parijs van doorslaggevend belang was voor het (West-)Europese reilen en zeilen. Die as is na de Val van de Muur oostwaarts verlegd en heeft navenant aan kracht ingeboet. In het zuiden klopt de Zuid-Duitse/[Noord-]Italiaanse cluster van de EURandstad inmiddels steeds nadrukkelijker op de EU-poort - zie de benoemingen van Draghi, Oettinger [vroeger premier van Baden Württemberg] en Mogherini op sleutelposten [respectievelijk ECB en de EU-commissariaten van energie/ nu economie en van buitenlandse zaken]. Naast deze voor de NW-cluster ‘externe’ ontwikkelingen doet zich de vraag voor hoe de onderlinge ‘interne’ noordwestelijke verhoudingen zich verder gaan ontvouwen. Weet de oude Kohlenpott van het Ruhrgebied economisch de 21e eeuw in te groeien? Hoe crisisbestendig zijn de Europese instellingen van de ‘institutionele vierhoek’? Weet le Grand Paris voldoende aansluiting bij driehoek Vlaanderen-Holland-Ruhrgebied te vinden? En - last but not least - hoe kan Greater London als financieel EU-centrum zijn banden met continent behouden nu de Britse regering zich steeds nauwer aan zijn gordiaanse EU-Brexit-knoop lijkt op te knopen.

Berichten van hert hydrologisch-demografische front> Boven en onder de ‘drooglijn’ Groningen-Antwerpen

Het afgelopen jaar was de verschuiving in het ruimtelijk beeld van Nederland in het kwartaaljournaal op deze site een steeds weerkerend thema. In het lentenummer werd in het artikel Noordbrabant eindelijk in genade aangenomen het concept van De Nieuwe Randstad geïntroduceerd: door geo-economische verschuivingen naar het zuiden [wie zei daar Brainport Eindhoven?] is ook opschaling van de Randstad in die richting geboden. In het herfstnummer gingen we een stap verder door in het artikel De potenties van een universitaire grensregio de nieuwe Brain-Bandstad in het oosten des lands als tegenhanger van de Randstad te lanceren. Deze bandstad bestaat uit een reeks van universiteitssteden [van Groningen via Twente, Wageningen, Nijmegen, Eindhoven, Maastricht en Tilburg] die de potentie bezitten om zich als aantrekkelijke kennis- en innovatiecentra te ontwikkelen en als zodanig tot serieuze woon- en werkalternatieven voor de steden in de Randstad. Randstad en Bandstad worden van elkaar gescheiden door de ‘drooglijn’ tussen laag en hoog Nederland die grofweg van Groningen naar Antwerpen loopt. Samen met het rivierenland zal het gebied ten westen van die lijn de komende decennia meer en meer last krijgen van wateroverlast en vormt daardoor steeds minder een voor de hand liggende vestigingszone. De ontwikkelingsperspectieven voor het gebied ten oosten van die lijn lijken gunstiger . Uitgesproken gunstig lijken de vooruitzichten voor steden die zich als contactpunten tussen nat en droog kunnen gaan ontwikkelen, met Utrecht als onbetwist geografisch en logistiek centrum.