KWARTAALJOURNAAL ZOMER 2019
Een baaierd aan onderwerpen komen in dit nummer aan de orde.
====Door op de blauwe titels te klikken komen de bijbehorende integrale teksten in beeld====
Redactioneel> Global Population Decline & de EU 7 als het nieuwe Europa”
Twee artikelen in één in dit redactioneel. In het eerste stuk worden vraagtekens gezet bij het [meest waarschijnlijk geachte] demogafische middenscenario van de UN, waarin de wereldbevolking tot het eind van deze eeuw flink blijft doorgroeien. Tal van deskundigen hebben daarde nodige twijfels over - zeker zo aannemelijk zou een omslag naar krimp rond het midden van de eeuw kunnen zijn. In het tweede artikel schetsen we de richting waarin de Europese samenwerking na de Brexit uit zou kunnen gaan zien: een ‘kern’ rond de stedendriehoek Parijs, Berlijn en de Benelux-‘Waaierstad’, waarbij elke stad een bijzondere betrekking opbouwt met twee nevengelegen invloedssferen: Parijs met een deel [de Iberische en Italiiaanse schiereilanden] van de Middellandse Zee-wereld, Duitsland met Visegrad- en de Balkan en de Waaierstad met de Britse eilanden en Scandinavië. De potenties van laatstgenoemde combinatie worden in een artikel verderop in dit kwartaaljournaal nader geanalyseerd.
Hoofdartikel> Geen evenwichtig arbeidsmigratie-beleid zonder groene economie - En geen écht groene economie zonder een doortastende ruimtelijke ordening
Het debat over arbeidsmigratie wordt eenzijdig gevoerd, primair vanuit de bestaande totaal scheef gegroeide economische structuur van Nederland. Een economie waarin steeds ruimer baan gemaakt wordt voor de bij uitstek vervuilende, ruimteverslindende en tegelijk arbeidsintensieve lievelingen in het heersende zogeheten ‘ topsectorenbeleid’ van de overheid zoals de vervoerslogistieke sector en de intensieve land- en tuinbouw. Willen we die scheefgroei met succes om kunnen buigen, dan vergt dat een ingrijpende economische structuurtransformatie met waarin écht oog is voor ecologie en klimaat. Zo’n transformatie kan alleen succes hebben als hij gepaard gaat met een even doortastende ruimtelijke ordening, weg van het onverantwoordelijke laissez faire dat op dit vlak de laatste decennia meer en meer de toon is gaan zetten. Net als in de klimaatkwestie is ook in de ruimtelijke politiek het speelkwartier inmiddels ruimschoots voorbij.
Berichten van het Noordzee-Europese front> Hoe kunnen de Lage Landen de beslissende schakel tussen Noordzee en Europa worden?
“Wat […] Nederland met Scandinavië bindt is [behalve zijn ligging aan de Noordzee] de op consensus gerichte politieke en maatschappelijke cultuur. Vanuit die invalshoek zou Nederland zich heel goed tot schakel tussen de Noordse landen en EU/ Eurozone kunnen ontwikkelen. Niet om Scandinavië stukje bij beetje [verder] ‘Europa’ in te willen lokken - voor een toetreden tot de monetaire unie bedanken de Noordse landen beleefd; daarvoor vormt het keurslijf van de Euro te zeer een bedreiging voor de eigen zo dierbare verzorgingsstaat. Wél om ten eigen bate een economisch, ecologisch en ruimtelijk ontwikkelingsperspectief te kunnen ontwikkelen dat meer soelaas biedt dan in een scenario zonder Noordse bondgenoten en binnen de steeds verder tot stolling leidende kaders van de as Berlijn-Parijs mogelijk is. In de dynamiek van de Noordzee is een wereld te winnen, niet alleen voor Nederland maar ook in breder Benelux- en Waaierstad-verband.“
Dat schreven wij in het hoofdartikel op deze site, kwartaaljournaal winter 1017/2018. Nu, zo’n anderhalf jaar verder, maken wij een eerste tussentijdse balans op. Met als overkoepelende vraag: kunnen de Lage landen - zelf verreweg als een effectieve eenheid opererend - na de Brexit en een verdere verzwakking van de EU überhaupt ooit wel als solide schakel functioneren voor wat en wie dan zo ja hoe dan? Met in aansluitend daarop de volgende, daarvan afgeleide vragen. Hoe dynamisch zijn die Noordzee en die Noordse wereld eigenlijk en hoe daarop dan aan te haken? Hoe zou daarbij dan tegelijk adequaat ingespeeld kunnen worden op de mede door de klimaatverandering in gang gezette verandering van de geopolitieke verhoudingen op het noordelijk halfrond? En hoe kunnen de Noordzee-landen er dan tegelijk voor zorgen dat hun zo geroemde innovatieve kracht ten goede komt aan heel Europa? Én - lest best - hoe kan in hemelsnaam een nu zo hopeloos verrommelde en verdeelde ‘Benelux-Waaierstad’ zich ontwikkelen tot de door ons gedroomde groen gelede megastad die als convergerend en stimulerend voorbeeld voor heel ons werelddeel zou moeten gaan dienen?
Berichten van het Drooglijn-front> [Serie: Steden op de ‘Drooglijn’/Casus: De agglomeratie Den Bosch – Oss] Moerasdraak bespeelt Waterwolf
’Amersfoort aan Zee’ - als de door de klimaatverandering veroorzaakte zeespiegelstijging en toenemende fluctuaties in de afwatering van het rivierwater zich in versneld tempo doorzetten dan verschuift de grens tussen nat en droog steeds verder en sneller dan aanvankelijk gedacht verder landinwaarts op. Al in de loop van deze eeuw moeten we rekening houden met een ‘drooglijn’ die van Groningen via Zwolle, Amersfoort, Utrecht, Arnhem/ Nijmegen en Bosch/ Oss naar Breda loopt. Ten noordwesten daarvan moet structureel op steeds grotere schaal ruimte gemaakt worden voor de groeiende dynamiek van het water. Een en ander kan ingrijpende consequenties voor de ruimtelijke ordening en dan niet in de laatste plaats op het gebied van ver- en ontstedelijking. Worden strategisch gelegen steden op deze ‘Drooglijn’ de nieuwe trekpaarden van het land? Wat heeft dat dan voor gevolgen voor hun voor- en achterland? En hoe kan daar nu al op voorgesorteerd worden? In dit artikel zoomen we in op de locatie Den Bosch - Oss naar aanleiding van het ontwerpend onderzoek “Moerasdraak bespeelt Waterwolf” dat dit voorjaar verscheen.